Theo Salemink, Vrouwen van het land. Epos van drie dagloonsters (2021)

Een bijzonder boek over dagloonsters en boerinnen

In 2014 verscheen het boek Ondankbare grond van Leo en Theo Salemink. Het boek liet zien hoe de grote geschiedenis vanaf de Tachtigjarige Oorlog tot heden doordrong in het alledaagse leven van boeren in Achterhoek en Liemers: grote geschiedenis en kleine geschiedenis verweven.

Het nieuwe boek Vrouwen van het land. Epos van drie dagloonsters is een vervolg. Nu komen de vrouwen aan het woord, van moeder op moeder, terug naar het einde van de 18e eeuw. Deze vrouwen waren geen pachtboerinnen, maar dagloonsters. Arm en vaak analfabeet. In dit boek, nu geschreven door Theo Salemink, wordt met name ingezoomd op drie dagloonsters, voormoeders van de schrijver: Elisabeth Beugel, Catharina Ilting en Johanna Scholten. Zij leefden in Gendringen, Megchelen en Varsselder-Veldhunten, tegen de Oude IJssel aan, op de grens met wat toen nog Pruisen heette. Ze trouwden met mannen uit Anholt en werkten op de grote pachtboerderijen van Huis Bergh, met name De Schriek in Megchelen. Ze waren vroom katholiek. Hard werken en een sterke Mariadevotie kenmerkten hun levensritme. Veel van hun kinderen stierven jong.

Een dagloonster is een vrouw die werkt voor grote boeren. Ze heeft geen vaste betrekking en wordt per dag betaald. Haar werk bestaat uit allerlei agrarische werkzaamheden, die in die tijd met de hand worden verricht. Als haar arbeid bij de grote boeren is gedaan wacht haar taken zoals werk in de eigen moestuin, het huishouden, eten koken, vlas spinnen, naaien en natuurlijk de zorg voor een gezin met kinderen en inwonende ouders die ze ‘aan het end moet brengen’, zoals dat in die tijd op het platteland heet.

In het laatste deel komen de vrouwen die van hen afstamden in de twintigste eeuw aan het woord: Arendina en Catharina Peters, Wilhelmina Scholten. De tijden veranderen, de vrouwen veranderen. Nu gaat de enige dochter van Wilhelmina Scholten ‘leren’. Dat was in duizenden jaren niet gebeurd, dat een dochter van een dagloonster naar het hogere onderwijs ging.

De schrijver noemt dit boek een epos. Een epos over vrouwen, over vrouwen in Oost Nederland, over dagloonsters in de wereld van toen. Een epos is geen heldendicht, zoals vaak gedacht wordt, maar een avondwake bij een verdwijnende wereld. Dat beeld, afkomstig van de Russische schrijfster Maria Stepanova in haar boek Voorbij het geheugen, geeft heel precies aan wat dit boek wil zijn. Een avondwake bij een verdwijnende wereld van het platteland in Oost Nederland, met al die boerinnen en boeren, al die dagloonsters en dagloners die zoveel jaren de cultuur van dit deel van Nederland bepaald hebben. Vrouwen van het platteland. Vrouwen met brede knuisten, van het harde werken. Geen ‘dames’. Geschreven door een man, zoon van. Zie ook: https://saleminkhistorie.nl

Schrijver is Theo Salemink (1946), tot voor enige jaren universitair docent Tilburg University voor het vak ‘Geschiedenis van maatschappij en kerk’ gedurende 19e en 20e eeuw. Publiceerde over christendom en sociale bewegingen, katholieken en antisemitisme, beeldvorming over islam en boeddhisme. Daarnaast over avant-garde en religie en een monografie over Lucebert. Samen met Leo Salemink in 2014: Ondankbare grond. Een boerenepos over de geschiedenis van pachtboeren in de Achterhoek en Liemers aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis.

Theo Salemink

Vrouwen van het land. Epos van drie dagloonsters

196 p. gebonden/hardcover. Winkelprijs € 20, Uitgeverij Fagus/Ijzerlo

email: info@fagus-uitgeverij.nl

ISBN: 978-94-91634-98-7