Dit is een verslag van de studiereis bij het Ujamaa Centre van de Universiteit van KwaZulu Natal in Zuid-Afrika die ik in maart 2022 maakte om mij hier te verdiepen in hoe contextuele bijbelstudies in worden gezet rondom thema’s als gender en seksualiteit. In mijn eigen onderzoek wil ik deze methode inzetten op het gebied van racisme, maar ik wilde mij tijdens deze reis ook zeker verdiepen in gender en seksualiteit, omdat ik intersectionaliteit serieus wil en moet nemen.

Queering the Prophet conferentie

Mijn verblijf in Zuid-Afrika begon met een driedaagse conferentie aan de universiteit van Stellenbosch, waar o.a. Charlene van der Walt (van het Ujamaa Centre) een lezing gaf. Jona was de centrale figuur in de hele conferentie en Van der Walt reflecteerde op hoe Jona tegen het normatieve ingaat, niet vasthoudend aan het patroon dat profeten normaal gesproken volgen. Zij verbond dit aan haar eigen ervaringen van expliciet niet welkom zijn in kerkenbijeenkomsten of synodale vergaderingen, omdat ze te uitgesproken voor LHBTQI+ rechten opkomt en dat ook belichaamt. In het tegen de stroom inzwemmen, het vragen stellen bij wat normaal/normatief is, herkent Van der Walt zichzelf en de queerbeweging in Jona. Het spannende in het verhaal van Jona is bovendien dat God in deze contextuele lezing juist het normatieve representeert, door Jona op te leggen wat hij moet doen, zonder rekening te houden met wie of wat Jona wil zijn.

Naast de vele academische lezingen, waren er ook een aantal panels, waarvan één bestond uit womanistische theologen. Madré Arendse vertelde over haar onderzoek waarin de verhalen van door de VOC tot slaaf gemaakte vrouwen in Kaapstad centraal staan. De verhalen van deze vrouwen zijn alleen gearchiveerd als ze op de één of andere manier met de koloniale macht in aanraking komen (bijv. als moeder van een kind van een koloniale machthebber) of die verstoren. Arendse, wiens voorouders tot slaaf gemaakt werden, vergeleek het lot van vrouwen met dat van de maagden in het Bijbelboek Ester wiens lichaam ook door de machthebber wordt toegeëigend.

De rest van de inspirerende en interessante lezingen van de conferentie (excl. de panels) zijn te bekijken via: http://www.sun.ac.za/english/faculty/theology/bnc/units/gender-unit

Contextuele Bijbelstudies rondom gender

Na de conferentie reisde ik door naar Pietermaritzburg, waar de universiteit van KwaZulu Natal is gevestigd. De tweede week van mijn studiereis stond in het teken van contextuele Bijbelstudies doen met lokale gemeenschappen. Daarnaast waren er verschillende momenten waarop medewerkers van het Ujamaa Centre de methode van contextuele Bijbelstudies, de ideeën achter de methode en hun ervaringen met de methode presenteerden.

De contextuele Bijbelstudie die ik hier uit wil lichten, was met een groep mannen in een township over gendergerelateerd geweld en masculiniteit aan de hand van het verhaal van de verkrachting van Tamar in 2 Samuel 13. Nadat de groep de verschillende personages en hun rollen had geïdentificeerd, werden de deelnemers in groepen uiteen gestuurd om de volgende vragen te bespreken: waarom verkracht Amnon Tamar? Waarom verkrachten mannen? De eerste, spontane reacties uit de groep waren: Tamar zal wel een kort broekje gedragen hebben, of een erg diepe decolleté gehad hebben. De medewerkers van het Ujamaa centrum die de Bijbelstudie leidden en ik vingen deze antwoorden op en zeiden tegen elkaar dat we deze antwoorden niet heel hoopgevend vinden. De methode van contextuele Bijbelstudie is erop gericht om gemeenschappen te helpen op te treden tegen onrecht, maar dit leek nog niet die kant op te gaan. Echter, toen de volgende ronde vragen aan de groep werd gesteld, draaide het gesprek. Wat doet de kerk met mannen die andere kerkleden verkrachten? Wat houdt masculiniteit in en hoe kunnen we recht doen als er verkrachtingszaken in onze gemeenschappen zijn? Door deze vragen, die direct betrekking hebben op hun dagelijkse realiteit, realiseerde de groep zich dat de kerk ook vaak de schuld legt bij de vrouw die verkracht wordt en de man in bescherming neemt en dat dit niet behulpzaam is. De groep benoemde daarnaast dat zij zich niet altijd bewust zijn van hun eigen machtspositie als mannen, maar dat dit wel hun leven en dat van hun gemeenschap beïnvloedt. Omdat in deze groep zo’n omkeer te zien was, vind ik dit de meest leerzame ervaring. Door ruimte te creëren om over complexe onderwerpen te praten als gendergerelateerd geweld en welke dynamieken daarin spelen, vond er – in ieder geval voor die ochtend – een verandering in denken plaats.

IAM Knowledge Incubator

Mijn laatste week in Zuid-Afrika bracht ik door in Durban, waar ik samen met de Master en PhD-studenten en medewerkers van het Ujamaa Centre deelnam aan een week van workshops rondom gender en seksualiteit, verzorgd door Inclusive and Affirming Ministries (IAM). Tijdens deze workshops reflecteerden we wat wij van kleins af aan hebben geleerd over ons gender en onze seksualiteit: welke voorbeelden hebben onze ouders ons gegeven en welke verwachtingen heeft de buitenwereld van ons?

Ook met deze groep deden we een contextuele Bijbelstudie over uniek- of anders-zijn aan de hand van het verhaal van Jozef en zijn veelkleurige mantel. Ik had deze Bijbelstudie de week ervoor ook al gedaan met een groep LHBT’ers en het was interessant om te zien dat er heel andere thema’s en interpretaties naar boven komen per groep. Zelfs de personages die in het Bijbelverhaal geïdentificeerd werden, waren anders. Tijdens deze contextuele Bijbelstudie speelden we het Bijbelverhaal eerst na. Dit zorgde ervoor dat mensen zich meer gingen verdiepen in ‘hun’ personage en dus door die ogen naar de Bijbeltekst keken. Waarom stelt Ruben bijvoorbeeld voor om Jozef niet te doden? Doet hij dit uit medelijden voor Jozef of omdat hij de relatie met zijn vader niet wil verstoren? Er kwam veel naar boven rondom de meer ‘vrouwelijke’ eigenschappen van Jozef en rondom de ingewikkelde en moeizame relatie tussen Jakob en zijn kinderen tijdens deze Bijbelstudie, iets waar veel LHBT’ers in de groep zich in herkenden. Dat Jakob Jozef naar het veld stuurt om zich bij zijn broers te voegen, vergelijk iemand zelfs met homogenezing.

Terugkijkend op de drie weken die ik in Zuid-Afrika heb doorgebracht, ben ik onder de indruk van hoe creatief de Bijbel gebruikt wordt en een bron kan zijn van herkenning, inspiratie en troost. De manier waarop mensen ogenschijnlijk eenvoudig (de dynamieken van) genderkwesties die vandaag spelen herkennen in Bijbelteksten, geeft een alternatief beeld – zeker voor de Zuid-Afrikaanse context – van hoe religieuze gemeenschappen met gender en de Bijbel om kunnen gaan.

_________________________________________________________________________________________________________________

Kirsten van der Ham (1996) is gepromoveerd onderzoeker op het gebied van Praktische Theologie bij PThU (zie https://www.pthu.nl/over-pthu/organisatie/medewerkers/k.vanderham/).